Hoe werkt een Koelkast
donderdag
18 mei 2023
Uit
Wikipedia, de vrije encyclopedie
Geopende
koelkast ▲
Een
koelkast of ijskast (in België informeel ook frigo) is een
apparaat voor het gekoeld bewaren van etenswaren.
Het
is een van de grote, vast opgestelde, elektrische, meestal wit geverfd metalen
kast soorten (collectief witgoed genoemd) die in de 20e eeuw tot de standaarduitrusting
van het 'westerse' huishouden
zijn gaan behoren.
In
het grootste deel van een koelkast heerst een temperatuur van graden Celsius 7 graden boven nul.
Dit
remt het bederf van etenswaren en andere substanties zonder ze veel te
veranderen.
Voor
een langere houdbaarheidsperiode is diepvriezen noodzakelijk of een
van de hieronder beschreven bewerkings technieken.
Het
in Europa meest voorkomende type koelkast is het
tafelmodel.
Dit
is een staande kast, die desgewenst onder het aanrecht kan
worden geschoven, zodanig dat alleen de voorkant zichtbaar is.
Die
voorkant bestaat uit een deur, die meestal naar rechts opendraait, maar soms
naar links.
Bij
sommige modellen kan de draairichting door de gebruiker veranderd worden.
In het interieur bevinden zich:
Een
koelelement, bestaande uit een metalen kastje (het vriesvak, horizontaal bovenin
geplaatst) of een al dan niet zichtbare metalen plaat (horizontaal bovenin of
verticaal in de achterwand geplaatst), waarvan de temperatuur onder het
vriespunt gehouden wordt.
Daaronder
twee of drie uitneembare geplastificeerde ijzeren roosters dan wel glazen
platen, die als schappen dienen daaronder een
glazen dekplaat daaronder een of twee uitneembare plastic bakken, die voor het
bewaren van groenten
worden gebruikt.
Aan
de achterkant van de koelkast, die niet bekleed is, bevindt zich het feitelijke
koelmechanisme, met aan de onderkant, de compressor.
Twee
andere veelvoorkomende modellen zijn de tweedeurskoelkast en de koelvriescombinatie.
Deze
zijn aanzienlijk hoger en bevatten daardoor vaak meer schappen.
Ook
bevatten ze een apart schap voor diepvriezen, vaak met een aparte deur en soms
ook met aparte motor.
Een
koelvries combinatie heeft een aparte thermostaat
voor het koel- en het vriesgedeelte, een tweedeurskoelkast gebruikt dezelfde
thermostaat voor beide delen.
Andere
modellen bestaan (bijvoorbeeld de zogeheten Amerikaanse koelkast,
een manshoog geval met twee deuren naast elkaar en een ijsblokjesmachine), maar
komen in Nederland minder vaak voor.
Geschiedenis
De
naam ijskast is afkomstig uit de tijd vòòr de elektrische koelkast.
Ook
toen werd er wel gebruikgemaakt van koel gehouden kasten voor het bewaren van
etenswaar.
Met
een koelkast werd in het algemeen een ruimte bedoeld die op een lagere temperatuur
(+7 graden Celsius) kan worden
gebracht en gehouden dan de omgevingstemperatuur.
De
term ijskast werd vroeger gebruikt als dat koel houden gebeurde door het in de
kast plaatsen van blokken ijs, die daartoe door speciale ijsverkopers aan huis
werden verkocht.
Voor
het tijdperk van de ijskast was men voor het conserveren van voedingsmiddelen aangewezen
op andere technieken, zoals wecken, drogen, pekelen en konfijten.
Bij
deze technieken werd de groei van bacteriën geremd door respectievelijk het
verhitten en vacuüm
maken (vacumeren), het onttrekken van vocht of het toevoegen van veel zout of
suiker.
Dit
had een wijziging van de smaak, de structuur en vaak ook de kleur tot gevolg,
wat bij de koelkast niet meer het geval is.
Charles
Tellier ontwikkelde de eerste bruikbare koeling voor levensmiddelen.
De
ijskast deed in Nederland en België in de
eerste helft van de 20e eeuw zijn intrede.
Met
de ontwikkeling van moderne koeltechnieken en de verspreiding van elektriciteit
konden koelkasten hun eigen koelsysteem krijgen en op het lichtnet worden
aangesloten.
Werking
Circuit van een warmtepomp
Het
"hart" van een koelkast is een warmtepomp:
de koelende werking berust op de verdamping
van een vloeistof,
waarbij verdampingswarmte aan de omgeving (de verdamper)
wordt onttrokken.
De
damp wordt in een compressor weer samengeperst en daarna vloeibaar gemaakt
onder het vrijkomen van warmte die aan de achterkant van de koelkast via een
buizenstelsel in de vorm van een rooster (de condensor)
aan de omgeving wordt afgegeven.
Aanvankelijk
werd als koudemiddel
ammoniak, zwaveldioxide
of methylchloride
gebruikt, later veelal chloorfluorkoolstofverbindingen (CFK's)
zoals Freon R-12,
R22, R502.
Toen
men zich bewust werd van de schadelijke werking hiervan op de ozonlaag is er
gezocht naar alternatieven, en werden CFK's onder invloed van het Montreal-protocol uitgefaseerd.
Tegenwoordig
wordt daarom gebruikgemaakt van andere koudemiddelen: HFK's (fluorkoolwaterstoffen) zoals
Suva R-134a en alkanen zoals propaan.
Andere koelmethoden
Er
is ook een koelproces te construeren dat op een gas-, spiritus- of petroleum-brandertje werkt (absorptiekoeling),
en dat gebruikt wordt in situaties waar gèèn elektriciteit beschikbaar is,
bijvoorbeeld in caravans.
In het laboratorium en voor kleine wijnkoelkasten en koelboxen wordt wel gebruikgemaakt van het thermo-elektrisch effect (Peltier-effect
of solid state cooling).https://nl.wikipedia.org/wiki/Koelkast
Groeten,
Wim